De tentoonstelling toont hoe Spaanse kunstenaars sinds de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) kunst hebben ingezet als verzetsmiddel, om nieuwe rechten op te eisen en wantoestanden aan te kaarten. Het Spaans Paviljoen op de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1937 speelde hierbij een belangrijke rol. Twee belangrijke momenten in het democratiseringsproces van Spanje waarbij kunst zich als politiek instrument manifesteerde staan centraal in deze tentoonstelling. Enerzijds de jaren ’70. Dat was de periode van het laatste verzet tegen het dictatorschap van Franco en de overgang naar democratie. Anderzijds het afgelopen decennium. Dat werd gekenmerkt door een nieuwe protestgolf als reactie op de banken- en vastgoedcrisis en bredere aantasting van democratische grondbeginselen.