Een stad als Gent laat zich natuurlijk niet vatten in een paar cijfertjes. Gent moet je zien en horen, proeven en meemaken. “Nie pleuje!” is dan ook de lijfspreuk van de Gentenaars.

Doorheen de geschiedenis hebben heel wat straffe Gentse mannen en vrouwen gevochten voor hun idealen. Sommigen kregen een standbeeld, anderen verdwenen tussen de plooien de geschiedenis. Wandel door de Gentse binnenstad en je snapt meteen de vele toeristische prijzen en de internationale lof. Nergens anders flits je zo snel van de 14e naar de 21e eeuw (en terug) zonder ook maar even het gevoel te hebben dat er iets niet klopt.

Voor de cijferaars onder jullie, Gent van 1 tot 9

  1. “Nie pleuje!” (wat zoveel betekent als: niet opgeven, doorgaan). De Gentse feesten is een festival voor volhouders. Jaarlijks goed voor 765.000  feestplezier en 1.300.000 bezoekers.
  2. Pittig Gent. De Gentenaars houden van “uufflakke” (hoofdvlees of preskop, lokale specialiteit) mét mostaard. Jaarlijks worden er in Gent 69.000 potjes Tierenteyn-Verlent-mosterd verkocht.
  3. Goddelijke gloed: Van over heel de wereld wordt het Lam Gods, van de gebroeders van Eyck, jaarlijks 170.000 keer bezocht.
  4. Gent brengt je in vervoering. De stad is gek op de tweewielers en de liefde is wederzijds. Jaarlijks verhuurt Gent 11.500 stadsfietsen per jaar.
  5. Eigenzinnige dwarsliggers: Elk jaar betrapt de Gentse politie 1.800 wildplassers.
  6. Levendig Gent, een stad vol studenten. Gent telt 74.000 ijverige en eeuwige ;-) studenten.
  7. Gent draagt niet voor niks de bijnaam ‘het middeleeuwse manhattan’. Gent telt 3 monumenten erkend UNESCO-werelderfgoed.
  8. De Gentenaar is een Bourgondiër. In Gent is het goed leven en goed eten. Gent telt zomaar even 734 restaurants.
  9. Yep, Gent is gevuld met ‘wippers en vuile taloren’ (de vertaling vraag je aan Madame Temmerman). Kom ‘sneukelen’ in Gent (kom snoepen in Gent). In het authentieke snoepwinkeltje Temmerman op de Kraanlei vind je 100 oude snoepsoorten.