De stadspoorten waren ooit een belangrijk deel van de stad. Het waren plaatsen waar beslist werd wie de stad in mocht en wie niet, wie 's avonds opnieuw de stad uit moest, welke tol je moest betalen, wie 'vreemdeling' en wie 'poorter' was. Hier borrelden nieuwe ideeën op, vonden geheime ontmoetingen plaats en groeide de stad organisch.
In 1860 verdween het stedelijke tolrecht in België en veranderde dit. In Europa verschoven de bevoegdheden op het vlak van migratie, fiscaliteit en justitie van steden naar het nationale niveau. De stadsomwalling en -poorten verdwenen en maakten plaats voor nieuwe buurten: ook 'poortwijken' genoemd. Deze wijken werden kleurrijke aankomstplaatsen voor migranten en dynamische draaischijven voor de stad. In Gent gaat het om de Brugse Poort, Rabot, Muidepoort, Dampoort, Heuvelpoort, Kortrijksepoort, de Brusselsepoort en de Sint-Lievenspoort.