Werk aan de winkel
Het Lam Gods is wereldberoemd, maar we zaten met twee serieuze problemen. Ten eerste, het stond opgesteld in een soort betonnen bunker in de Villakapel. Een ruimte met slechte luchtomstandigheden die dan nog eens moeilijk te vinden was. Er zijn zelfs verhalen van mensen die de kathedraal binnenwandelden, rondkeken en het schilderij niet vonden! Ten tweede: de kerk was slecht toegankelijk voor mensen in een rolstoel.
Dat moest beter. Toen ik in 2017 in het project stapte, was de beslissing al genomen om het schilderij te verhuizen naar de Sacramamentskapel, helemaal vooraan in de kerk. Maar simpel is dat niet, om een gotisch monument met een romaanse crypte en een barok koor toegankelijk te maken. Er waren veel niveauverschillen en we wilden die typische trapliftjes vermijden. Uiteindelijk was een stuk nieuwbouw met één liftkoker de meest elegante optie.
Als er mij mensen na hun bezoek zeggen dat de nieuwbouw niet te veel aandacht opeiste, beschouw ik dat als het beste compliment.
Een muur dwars door een lichaam
Tijdens de werken vielen de archeologen van de ene verrassing in de andere. In de crypte en de bisschoppelijke tuin kwamen in totaal meer dan 1000 skeletten naar boven, inclusief een kinderkerkhof. We wisten wel dat mensen in de middeleeuwen zo dicht mogelijk tegen de kerk begraven wilden worden, maar dat we soms tot 16 lagen van lichamen boven mekaar zouden vinden, had niemand zien aankomen.
En ze sprongen er duidelijk minder voorzichtig mee om dan wij vandaag. Nu nemen we maandenlang de tijd om 3D-scans te nemen en alle gevonden skeletten nauwgezet te documenteren. Toen ging er gewoon een fundament van een kapel dwars door een mens: we vonden een skelet dat voor de helft door een muur verbrijzeld was.
Olympisch record vergaderen
Als coördinator van de jarenlange werf was ik een beetje het glijmiddel tussen alle partijen: ingenieurs techniek en stabiliteit, verschillende aannemers, de overheid die het allemaal moest bekostigen… Als ook de archeologen er nog eens bijkwamen, zaten we met vijftien aan tafel.
Dat waren vergaderingen die anderhalve dag per week duurden. Elke week. En dan kwam de coronacrisis er nog eens bij. Op die schaal ga ik in mijn carrière niet snel nog een project tegenkomen. Maar het was de moeite.
Less is more
Wat ik zo mooi vind, is dat je de kathedraal door de aanbouw op een andere manier ziet dan ooit tevoren. Als je de trap naar boven neemt, bijvoorbeeld, kom je op ooghoogte met een glasraam dat geen mens ooit van zo dichtbij kon bekijken. En toch heeft die ambachtsman daar al dat detail in gestoken, zoals het wapenschild van Gent. Het is zoals met het Lam Gods zelf: Van Eyck schilderde borsthaartjes bij Adam die volstrekt onzichtbaar waren vanop kijkhoogte.
Of ze het voor God deden? Misschien. Maar ik denk ook beroepseer. Je bent een ambachtsman, en je wil dat het perfect is. Ik voel dat ook zo. Let wel: voor ons was het vooral van belang dat we subtiel tewerk gingen. Je ziet de nieuwbouw nergens aan de buitenkant van de kathedraal, omdat die ingesloten zit in de bisschoppelijke tuin. Als er mij mensen na hun bezoek zeggen dat de nieuwbouw niet te veel aandacht opeiste, beschouw ik dat als het beste compliment.
De kettingzaag in de kathedraal
Nochtans waren de ingrepen best drastisch. Op twee plaatsen hebben we bijvoorbeeld een doorgang in de muur moeten maken. Dan ga je met een soort enorme kettingzaag door Doornikse steen uit de 14de eeuw en houd je wel je hart vast... Uiteindelijk bleek die muur in zo een goede staat dat we de ingreep volledig zichtbaar hebben gehouden. We hebben er geen deurlijst ingevoegd, zodat je het ‘hart’ van de oude wand kan voelen.
Dat doe ik trouwens vaak, voelen. Ik ben soms meer omvergeblazen van een detail dan door het enorme binnenschip van een kathedraal. Ik kan langs een gebouw lopen en blijven staan om een steen te bewonderen, puur om te voelen hoe die gekapt is. Als ik in het buitenland een kerk binnenwandel, zie ik ook meteen de steenschade, of de zoutopbloeiing door vocht. (Ik weet niet of ik de leukste ben om mee op reis te gaan.)
Een draad door de kathedraal
Of ik trots ben op het resultaat? Zeker, vooral op de intuïtieve circulatie. Je vindt bijna vanzelf de weg. We hebben daarvoor gezorgd met het materiaal: er loopt eigenlijk één draad van messing door de ruimtes. Je begint bij de messing onthaalbalie, volgt de messing trapleuning naar boven, gaat door de messing deuren en zo verder, tot bij het Lam Gods. Puur op intuïtie. En dat materiaal is zó mooi…
De eikenhouten deuren zijn dan weer altijd deuren die leiden naar ruimtes waar je niét moet zijn. Daar kijk je dan spontaan overheen. We hebben wel bordjes met de wandelrichting opgehangen, maar de meeste mensen merken die niet eens op. Tenzij ze naar het toilet moeten misschien. Waarschijnlijk is dat de conclusie voor mij: hoe minder je ons werk ziet, hoe beter. Als je het maar voelt.
Maaike Blancke
Gentenaar Maaike Blancke (Bressers Architecten) is kunstwetenschapper, interieurarchitect en restauratie-expert. Ze werkte al aan een paar Gentse blikvangers, zoals de kiosk in het Citadelpark en het Stadhuis, maar de grootste klepper is toch het nieuwe bezoekerscentrum in de Sint-Baafskathedraal — mét gerestaureerd Lam Gods.