Geschreven op 03/08/2024 door
Over de rol van Jan en Hubert Van Eyck is een bibliotheek volgeschreven. We weten niet precies welke van de broers welke partijen van het Lam Gods geschilderd heeft. Van Hubert is ook geen enkel ander werk bewaard, dus hij is raadselachtiger. Maar dat maakt hem nog geen spook. Het hardnekkige fabeltje dat hij nooit bestaan heeft komt van een Bruggeling met nazi-sympathieën…

Over Jan bekeek ik een veertigtal vermeldingen in historische bronnen, wat bijzonder veel is voor een kunstenaar in de 15de eeuw. Over Hubert Van Eyck zijn het er maar een zevental. Eén belangrijke notitie in de Gentse stedelijke boekhouding gaat over een bezoek aan zijn atelier, waar zijn ‘kinders’ of leerjongens wat zakgeld kregen. Vermoedelijk was hij toen bezig aan het Lam Gods. Huberts grafsteen is ook bewaard (nu in de Sint-Baafskathedraal), en vooral: hij wordt vermeld op het schilderij zelf.

De grafsteen van Hubert Van Eyck in de crypte van de Sint-Baafskathedraal

Op het kader van het Lam Gods staan vier Latijnse verzen die zeggen dat Hubert Van Eyck als eerste aan het werk is begonnen en dat zijn broer Jan het verderzette. Dat kwatrijn is authentiek. Het hout is gedateerd, het verfpigment is gedateerd, en ook taalkundig klopt het plaatje. Het Latijn en de specifieke vorm van het schrift liggen volledig in de lijn van de de jaren 1430. Ik zie dus geen enkele reden om aan het bestaan van Hubert te twijfelen. 

Personnage de légende…

De kwakkel dat hij een fictief personage is, hebben we te danken aan een geschifte Brugse kunsthandelaar, Emile Renders. Hij schreef in 1933 het boek Hubert Van Eyck, Personnage de Légende. Zijn theorie in een notendop: de Gentenaars konden het niet verkroppen dat Jan Van Eyck een Bruggeling was, dus hebben ze daar maar een Gentse broer bij verzonnen: Hubert. Het kwatrijn zou dus fake news zijn, bijgeschilderd op latere datum.

De oorsprong van de mythe van het spook Hubert Van Eyck

Dat laatste is dus al zeker gelogen, maar hoe zit het met Brugge versus Gent? Jan Van Eyck woonde effectief lange tijd in Brugge, in de straat die vandaag de Gouden Handrei heet. Hij had connecties met het Bourgondische hof en circuleerde in een uitgebreid netwerk van Brugse buitenlandse kooplieden. Hubert was meer met Gent verbonden, waar hij waarschijnlijk als poorter (stadsburger) ingeschreven was en zijn eigen atelier had.

Emile Renders is de man die Hubert een Gentse hersenschim noemde, en hij heeft nog atijd trouwe believers. Dat is het vreemde aan het Lam Gods: hoe gekker het verhaal, hoe moeilijker het uit te roeien is…
Professor Jan Dumolyn

Jan Van Eyck in Gent

Jan zal ongetwijfeld wel eens in Gent geweest zijn, maar er is geen bewijs dat hij hier ooit woonde of werkte. Het Lam Gods was natuurlijk besteld door Gentenaars voor in de kathedraal, maar ik kan me perfect voorstellen dat Jan het in Brugge afwerkte na de dood van Hubert. Op zich doet het er allemaal niet veel toe. Geen van beide broers was van Gent of Brugge, ze zijn allebei geboren in Maaseik. Vandaar: Van Eyck. En vandaar ook het devies waar Jan vaak zijn werk mee signeerde: “Als ich can” met de Limburgse ch.

Jan was in zekere zin meer Bruggeling, Hubert meer Gentenaar. Dat klopt. Emile Renders maakte daar echter een artistieke stadsvete van, een beetje zoals AA Gent tegen Club Brugge. Dat is een verzonnen competitie. Het heeft niets met die tijd te maken en is totaal van de pot gerukt.

Een complotdenker met trouwe fans: kunsthistoricus Emile Renders

Renders zelf was trouwens wél een legendarisch personage. Na een gefaalde politieke carrière had die man vanaf de jaren 1920 een ferme collectie Vlaamse Primitieven uitgebouwd. Naar de buiten­wereld profileerde hij zich als een schattenjager met kennis van zaken, iemand die met zijn vakkundig oog als enige een meesterwerk wist te spotten op een markt of op de schouw bij iemand thuis. Renders had zakelijk talent en een goed gevoel voor pr, maar de meeste werken in zijn collectie bleken later wel vals…

Zaakjes met Göring

Een van de mensen die hij er stevig opgelegd heeft, was Hermann Göring. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de rijksmaarschalk van de nazi’s voor 11 miljoen aan goudstaven betaald voor twintig panelen. Sommige authentiek, sommige vals. Na de oorlog heeft Renders nog geprobeerd om ze terug te krijgen van de staat, want hij had ze zogezegd onder druk moeten verkopen. En bovendien waren ze gedeeltelijk vals, zei hij, dus eigenlijk had hij Göring een hak willen zetten! Enfin, een volbloed charlatan. 

Maar Emile Renders is dus de man die Hubert een Gentse hersenschim noemde, en hij heeft nog atijd trouwe believers. Dat is het vreemde aan het Lam Gods: hoe gekker het verhaal, hoe moeilijker het uit te roeien is…