Heb je je altijd al afgevraagd wat de engelen op het Lam Gods zingen? Of welke noten uit het orgel van de musicerende hemelbewoners komen? Het zijn fascinerende vragen waar al veel wetenschappers en muzikanten onderzoek naar hebben gedaan. Ontdek hier welke hemelse klanken op de panelen weerklinken en hoor hoe Van Eycks engelen tot leven komen.

Jan Van Eyck heeft een grote voorliefde voor details en dat resulteert in ongezien realistische meesterwerken. Door die minutieuze details laat de Vlaamse meester ons een schat aan informatie achter over het leven en de gewoontes in de vijftiende eeuw. Zo verraadt het Lam Gods bijvoorbeeld niet alleen welke planten en kruiden al tijdens de middeleeuwen te vinden zijn, maar ook welke instrumenten. Die instrumenten zijn zo waarheidsgetrouw geschilderd dat je zelfs kan zien hoe en van welke houtsoort ze gemaakt zijn. Er valt dus veel te zeggen over de twee muziekpanelen op het Lam Gods. Lees verder en laat je meenemen op een muzikale reis!

Er zijn weinig muziekinstrumenten overgebleven uit de middeleeuwen. De meeste zaken die we erover weten, kennen we door de iconografie en kunst uit die tijd. Het Lam Gods is daar een mooi voorbeeld van. Wat opvalt is dat de panelen met de zingende en musicerende engelen een prominente plaats in het altaarstuk hebben. Dat komt omdat volgens heel wat middeleeuwse visioenen de hemel zich opent op de tonen van goddelijke muziek. Vandaar dat de panelen met de engelen zo dicht bij het centrale paneel met het godsfiguur staan.

Muzikale hemelbewoners

Nog opmerkelijk is dat de engelen er zonder hun vleugels heel menselijk uitzien. Het lijken wel gewone muzikanten en koorlieden die gewoonlijk in die tijd mee de liturgische dienst verzorgen. Van Eyck kiest voor die menselijke voorstelling om de afstand tussen de onkenbare hemelse liturgie en de klinkende aardse liturgie te overbruggen. De muzikale engelen moeten een hemelse reflectie zijn van de dagelijkse misviering die voor het veelluik gehouden werd.

Tijdens de middeleeuwen is puur instrumentale muziek eerder zeldzaam. Vocale muziek geniet de voorkeur en instrumenten worden vooral ingezet voor de begeleiding van een koor, dans en in processies. Hetzelfde geldt voor het Lam Gods: de zingende engelen hebben de leiding en worden begeleid door hun musicerende collega’s. De voorste engel van het groepje muzikanten zit achter een klein orgel. Zoals de meeste middeleeuwse muziekinstrumenten stamt het orgel af uit de oudheid. Het bestaat al sinds 300 v.C. en is lange tijd enkel in Byzantium gekend. Vanaf de achtste en de negende eeuw n.C. wordt het ook in Europa geïntroduceerd. Hoewel het orgel oorspronkelijk vooral voor seculiere doeleinden wordt gebruikt, wordt het tussen de 9de en de 12de eeuw steeds meer als een kerkelijk instrument beschouwd.

In de middeleeuwse iconografie vinden we vooral de kleinste versie van het orgel terug: het organetto. Het organetto heeft twee of drie dozijn pijpen en een maximaal bereik van twee octaven. De organist bedient met één hand het klavier en met het andere de blaasbalg. Het orgel dat op het Lam Gods afgebeeld is, kan met beide handen bespeeld worden, omdat de blaasbalg door een andere engel bediend wordt. Uiterst links op het paneel zie je nog net een haarlok van die engel. Uit het houtpatroon is af te leiden dat de orgelkast uit eik bestaat. Bovendien verraadt het handvat dat het instrument verplaatsbaar is.

Instrumenten van de hoofse liefde

De andere twee instrumenten op het paneel van de musicerende engelen zijn een harp en een vedel. Naast een orgel is het gebruik van andere instrumenten in de kerk niet echt gebruikelijk in die tijd, maar in de hemel van Van Eyck gelden nu eenmaal andere regels. Het begrip ‘vedel’ kan op heel wat verschillende instrumenten slaan. Tijdens de middeleeuwen is de naamgeving van instrumenten nog niet consequent en een vast stramien om ze te bouwen is er op dat moment ook al niet. Vandaar dat deze periode in de geschiedenis gekenmerkt wordt door een klankrijke diversiteit aan muziekinstrumenten met verschillende vormen en groottes.

Bij een vedel gaat het meestal om een snaarinstrument met een ovale of rechthoekige klankkast die op de schouder of in de schoot rust. De engel bespeelt de vedel niet, maar houdt het instrument gewoon vast. Dat maakt de speelwijze moeilijk te achterhalen. Het voorblad uitgezonderd – dat uit een zachte houtsoort is gemaakt – bestaat het instrument doorgaans uit één stuk hard hout zoals bijvoorbeeld esdoorn.

Tijdens de middeleeuwen genieten de vedel en de harp het meeste aanzien, omdat ze bespeeld worden door troubadours en trouvères en dus geassocieerd worden met hoofse liefde. De harp is één van de oudste instrumenten ter wereld. Het vroegst bewaarde exemplaar dateert al van 2600 v.C. Kenmerkend voor de middeleeuwse harp is dat de klankbodem uit één stuk hout wordt gemaakt. De snaren worden vervaardigd uit darm. Van Eyck schildert zo gedetailleerd en waarheidsgetrouw dat je de dikke snaren met de lage tonen kan onderscheiden van de dunne snaren met de hoge tonen.

Hoor je ze al zingen?

Aan de linkerkant van het godsfiguur staat een groep zingende engelen rond een rijkelijk versierde lezenaar. Die moet de tegenhanger vormen van het orgel dat op het andere muziekpaneel staat. Het meubel getuigt opnieuw van een knap staaltje detailwerk. In de lezenaar is een sculptuur verwerkt van het gevecht tussen aartsengel Michaël en de draak, een verwijzing naar het boek Apocalyps. Bovenop de lezenaar ligt een opengeslagen manuscript. Een opkrullend hoekje dat uit het boek komt piepen verraadt enkele noten: ut [fa] ut [la]. De noten zijn in mensurale notatie geschreven, wat kenmerkend is voor polyfonie.

Hoewel het in de middeleeuwen gebruikelijk is dat zangers staand achter een gezamenlijke partituur zingen, wordt er bijna nooit naar het manuscript gekeken. De zangers kennen de stukken uit het hoofd en de partituur is louter een geheugensteuntje. Welk stuk de engelen precies zingen, kunnen onderzoekers niet met zekerheid zeggen. Wat wel vaststaat is dat Van Eyck niet lukraak een allegaartje heeft geschilderd. Aan de verschillende gezichtsuitdrukkingen en fronzen te zien, zingen de engelen meerstemmig. Bovendien kan uit de stand van hun mond afgeleid worden wie welke stemmen zingt: bovenzang, hoog contre, tenor of bas.

Het Lam Gods is niet alleen een waardevolle bron voor onderzoekers, maar ook voor musici van over de hele wereld. Hoewel het altaarstuk al meer dan 500 jaar oud is, laten muzikanten, componisten en instrumentenbouwers zich vandaag nog steeds inspireren door het meesterwerk van Van Eyck. Het Lam Gods is zoveel meer dan louter een stukje werelderfgoed, het is een levend icoon dat blijvend aanzet tot hedendaagse muzikale interpretaties.