Gent vormde absoluut het industriële hart van Vlaanderen: een pionier in de industriële revolutie op het vasteland, vooral in de sector van de textielnijverheid.
Industrieel Gent, een ontdekkingstocht
In het Industriemuseum vertellen we een stukje wereldgeschiedenis vanuit de lokale Gentse context. We zoomen in op hoe dingen geproduceerd worden, onder welke omstandigheden mensen werk(t)en. De focus hier ligt op industrie in de 19de, 20ste en 21ste eeuw. In het museum leer je Gent dus op een andere manier kennen, via heel herkenbare dingen. Want komen we niet elke dag met bijvoorbeeld textiel en drukwerk in contact?
Topstukken
Een van de paradepaardjes is de ‘Mule Jenny’, een spinmachine die als erfgoedtopstuk erkend is. Ook de opvolger, de ‘selfactor, heeft veel erfgoedwaarde. Het is het soort meterslange spinmachine dat in de film ‘Daens’ (Belgische dramafilm over de sociale strijd en het werk in textielfabrieken in 1890) prominent in beeld komt.
Ik overdrijf niet als ik zeg dat de industrie Gent heeft gemaakt.
Maakplek
We zijn als museum meer dan louter een toonplek. We zijn een maakplek, waar kunstenaars en ontwerpers in residentie komen en mensen met de historische machines mogen werken. Voor het grote publiek zijn er workshops en maakevents. Levende geschiedenis moet je in werking zien, nietwaar?
19e-eeuwse gordel
Ik overdrijf niet als ik zeg dat de industrie Gent heeft gemaakt. In het begin van de 19e eeuw bevond de industrie van de stad zich binnen de middeleeuwse omwalling. Zelfs ín het Gravensteen vond je ateliers, een spinnerij, beluiken. Gent vormde absoluut het industriële hart van Vlaanderen: een pionier in de industriële revolutie op het vasteland, vooral in de sector van de textielnijverheid. Het Industriemuseum huist trouwens in textielpatrimonium: in 1810 zat hier al een katoenspinnerij. De industriële bedrijvigheid was toen in volle opmars en breidde snel uit. Vanaf 1860 ontstond de 19e-eeuwse gordel, doordat fabrieken zich aan de rand van de stad gingen vestigen. Ook de omliggende randgemeentes ontstonden toen.
Arbeidsmigratie
Tegen het eind van de 19e eeuw was Gent een lappendeken van fabrieken en was het inwonersaantal van Gent verdriedubbeld: veel mensen kwamen van het platteland om in een Gentse fabriek te werken. Heel wat textielfabrieken hadden namelijk arbeiders nodig. Dat was ook zo in de jaren 1960. Het nijpende personeelstekort werd toen meer en meer ingevuld door Noord-Afrikanen en Turken. Ze gingen in de textielbedrijven en de zware industrie aan de slag.
Beluiken
Opmerkelijk in de Gentse industriële geschiedenis is onder meer de schaal van de arbeidershuisvesting. Vele tienduizenden mensen woonden in de Gentse beluiken, op een kleine oppervlakte bijeen. Je kan vandaag nog veel van die beluiken spotten tijdens een stadswandeling – de Dienst Stadsarcheologie en Monumentenzorg bracht ze recent in kaart. Wil je industrieel patrimonium ontdekken, ga dan op wandel met de wandelkaart ‘Sporen van industrieel Gent’. Je ontdekt een aantal locaties in de binnenstad vanuit een heel ander licht.
De Oude Dokken
We hebben ook een wandelkaart gemaakt langs de Oude Dokken, een voormalig havengebied dat vandaag in volle ontwikkeling is. Een inspirerende plek: je hebt er zicht op oude fabrieksgebouwen, er staan authentieke havenkranen, het ruige karakter schemert nog door. Ik houd er wel van als niet alles piekfijn opgekuist is. Dat maakt het verleden tastbaar.
De Tondeliersite
Met de fiets kan je de route ‘Kathedralen van de industrie’ volgen, dat je langs oude textielfabrieken en voormalige industriële sites voert. Sommige zijn al herbestemd, andere liggen er verlaten bij. Zo fascinerend! Op de Tondeliersite, bijvoorbeeld, niet zo ver van het centrum, waar je nog de originele gashouders van de oude gasfabriek kunt zien. We lieten QR-codes achter op de site, die je naar filmpjes leiden die de werking van de fabriek tonen.
Je leest het: er zijn heel wat manieren om industrieel Gent te ontdekken. Kom eens langs in het Industriemuseum en laat je inspireren!
Hilde Langeraert
Hilde werkt al tien jaar in het Gentse Industriemuseum. De historica werd in haar studententijd verliefd op het museum, omdat het thema haar zo boeit. Hoe worden dingen gemaakt? Waar werken mensen? De relevantie van haar onderzoeksonderwerp stuwt Hilde Langeraert voort. Als conservator coördineert ze alle tentoonstellingen en het collectiebeleid van het Industriemuseum.